The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe.
Ik buig voor Hem door wiens genade we leerden zien
dat
de hele wereld alleen bestaat in de geest,
zoals het beeld van
een stad weerspiegeld in een spiegel
en die, zoals een droom,
door de kracht van maayaa,
uiterlijk schijnt te zijn
en door wiens genade het, als de
Kennis daagt,
wordt gezien als het eeuwigdurend en
non-dualistisch Zelf.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe.
Ik buig voor Hem die, door de kracht van zijn wil
alleen,
zoals een magiër of een machtige Yogi,
dit
oneindige heelal naar buiten projecteert,
dat in het begin zonder
naam en vorm is
zoals een scheut in een zaad,
en dat na
schepping, onder invloed van de
door maayaa
ingebeelde kracht
van tijd en ruimte,
veelvoudig schijnt te
zijn, met menigvuldige vormen en kleuren.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe,
wiens uiterlijke manifestaties,
al zijn ze gebaseerd
op de Werkelijkheid,
verschijnen als altijd veranderende en
denkbeeldige voorwerpen,
die aan degenen die in Hem een toevlucht
zoeken
de zegen van rechtstreekse kennis van Brahman verleent
door de Vedische uitspraak “Gij zijt Dat”,
waardoor
degene die het bereikt nooit meer terugkeert
in het domein van
geboorte en dood.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe,
wiens kennis te voorschijn komt als de gedachte “Ik
weet”,
zoals de gloed van een lamp in een pot met vele
gaten.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe,
die door het spel van maayaa
de machtige illusie tentoonspreidt,
die de niets vermoedende,
kinderachtige en misleide mens
onophoudelijk verkeerdelijk doet
spreken over lichaam,
praana,
zinnen en zelfs over de rusteloze geest als “ik”,
al
zijn ze alle louter ledigheid.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe.
Ik buig voor Hem die, als een mens, in de diepe droomloze
slaap
bestaat als de Ultieme Waarheid zelf, wanneer
waakbewustzijn verduisterd is, zoals de zon of de maan in Rahoe’s
greep (maan- of zonsverduistering), en wanneer de zinnen alle
teruggetrokken zijn
en die bij het ontwaken tegen zichzelf zegt:
“Ik heb geslapen”,
en die daarna opnieuw de
voorwerpen ziet zoals voorheen.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe.
Ik buig voor Hem die, in zijn liefdevolle goedheid,
aan
zijn vereerders het eeuwige Zelf openbaart,
dat in de
veranderingen van waken, dromen en droomloos slapen,
in
kindsheid, jeugd, volwassenheid en ouderdom
altijd de
onuitputtelijke stroom van bewustzijn is,
die zichzelf in het
hart openbaart als het altijd aanwezige ik-gevoel.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe,
die vóór me zit
en die als een
sterveling, of hij nu wakker is of droomt,
onder invloed van
maayaa
ziet
dat de wereld samengesteld is uit veelvuldige
entiteiten,
samengebracht in relatie met elkaar
als oorzaak
en gevolg, bezitter en bezit,
leraar en leerling, vader en zoon.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe,
buiten wie, voor een wijs en onderscheid makend mens,
geen hoger wezen bestaat,
die zich manifesteert in een
achtvoudige vorm:
als tastbare en zielloze aarde, water, vuur,
lucht en ether,
als de zon, de Heer van de dag, de maan met
kalmerend licht
en als de levende mens.
Deze
hymne aan Dakshinaamoerti openbaart heel duidelijk
de
Ultieme Waarheid
als de Ziel van alles dat leven heeft.
Door
ze te horen en te overwegen, door erover te mediteren
en door ze
te reciteren
bereikt een mens ongeëvenaarde heerschappij, de
glorie verwervend
van het meest innerlijke Zelf van allen te
zijn
en ontvangt zonder inspanning, zonder onderbreking,
de
acht unieke krachten van de godheid.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti in de vorm van mijn
Goeroe,
die op de aarde zit onder gindse vijgenboom.
Ik buig
voor Hem die aan de wijzen rechtstreekse kennis
van de Ultieme
Waarheid schenkt.
Ik buig voor de leraar van de drie
werelden,
de Heer zelf, die het lijden van geboorte en dood
verdrijft.
Zie,
onder de vijgenboom zitten de oude wijzen
rond hun jeugdige
leraar.
Het is waarlijk vreemd:
de leraar onderricht hen
alleen door stilte,
wat op zichzelf volstaat om al de twijfels
van zijn discipelen te verdrijven.
Ik
buig voor Hem die de innerlijke betekenis is van de heilige
lettergreep OM, voor Hem wiens aard zuiver bewustzijn is.
Ik buig
voor Shrie Dakshinaamoerti,
die onmeetbaar, smetteloos en
sereen is.
Ik
buig voor Shrie Dakshinaamoerti, mijn van eeuwige
Wijsheid,
heler van degenen die lijden aan de ziekte van geboorte
en dood,
die door allen wordt beschouwd als hun eigen leraar.
Ik
loof Shrie Dakshinaamoerti, mijn jeugdige leraar,
die door
stille onderrichting de Waarheid van het Hoogste Zelf
openbaart, omringd door oude discipelen, machtige wijzen toegewijd
aan Brahman.
Ik
loof de Hoogste Leraar, de essentie van zaligheid,
die zich
verheugt in zijn eigen Zelf,
De Stille, wiens hand opgeheven is
in de zegening van kennis (chinmoedraa).